In 2022 bekeken we de inzet van België voor de Groene Transitie van de Next Generation EU (NGEU) en het Herstel- en Veerkrachtplan. Nu, in 2023, is het tijd voor een uitgebreide update over de vooruitgang die is geboekt bij het realiseren van de ambitieuze groene doelen die het land heeft gesteld. Dit artikel geeft een gedetailleerd overzicht van de huidige projecten, financieringsinitiatieven en kerncijfers per regio. Het laat zien hoe België actief zijn duurzaamheidsdoelstellingen nastreeft en vorm geeft aan een groenere toekomst voor iedereen.
De Next Generation EU (NGEU) is een tijdelijk herstelinstrument om de onmiddellijke economische en sociale schade als gevolg van de coronaviruspandemie te helpen herstellen. De herstel- en veerkrachtfaciliteit (HVF) is de spil van de NGEU, met leningen en subsidies ter ondersteuning van hervormingen en investeringen die door de EU-landen worden ondernomen.
Om toegang te krijgen tot NGEU-middelen moet elke lidstaat een nationaal herstel- en veerkrachtplan (NHVP) ontwikkelen, waarin een samenhangend pakket van hervormingen en investeringen voor de periode 2021-26 wordt uiteengezet.
Het herstel- en veerkrachtfonds is opgenomen in het NextGenerationEU-kader. Doel van het fonds, dat 672,5 miljard euro bedraagt, is overheidsinvesteringen te ondersteunen, met name in digitalisering en in het streven naar een groener Europa, en tegelijk de nationale economieën veerkrachtiger te maken en beter op de toekomst voor te bereiden.
Het herstelprogramma van de NGEU is opgebouwd rond drie pijlers die in het nationale plan van elke lidstaat aan bod moeten komen en waarvoor een minimumpercentage van de totale financiering moet worden uitgetrokken.
Het Belgische nationale RRP zal worden ondersteund met 4,5 miljard euro aan subsidies. 50% van het plan zal klimaatdoelstellingen ondersteunen.
De uitdagingen waarmee de Belgische federale regeringen te maken hebben voor de groene transitie zijn onder meer:
Op basis van de uitdagingen heeft de regering haar groene kernmaatregelen ontwikkeld:
Het plan ondersteunt de groene transitie door investeringen van meer dan 1 miljard euro in de energie-efficiënte renovatie van gebouwen, waaronder sociale woningen.
Voorts wordt 1,3 miljard euro geïnvesteerd in duurzame mobiliteit, vooral door de spoorweginfrastructuur te verbeteren, groene openbare bussen te financieren, elektrische oplaadpunten te installeren, het openbaar vervoer in de stad te ontwikkelen en fietspaden aan te leggen of op te knappen.
Daarnaast wordt elektrisch wegvervoer gestimuleerd door de fiscale voorkeursbehandeling van bedrijfswagens tegen 2026 te beperken tot voertuigen met nulemissie.
Het plan ondersteunt het koolstofvrij maken van de energiesector door het gebruik van waterstof als energiebron te bevorderen, met een investering van 540 miljoen euro.
Wat biodiversiteit en aanpassing aan de klimaatverandering betreft, zal 400 miljoen euro worden geïnvesteerd voor het opnieuw met elkaar verbinden van ecosystemen, het versterken van beschermde natuurgebieden, bossen en wetlands en voor structurele maatregelen om de beschikbaarheid van water duurzaam te beheren en zo de weerbaarheid tegen de klimaatverandering te vergroten.
De Groene Transitie van België is onderverdeeld in drie hoofdcomponenten, die als inspiratiebron dienen voor de regionale RRP’s en hun groene projecten.
Het hoofddoel is bestaande gebouwen te renoveren en ze energie- en hulpbronnenefficiënter te maken:
Deze component draagt bij aan:
Deze component heeft betrekking op technologische ontwikkelingen die de energietransitie en de systeemintegratie ondersteunen om de CO2-uitstoot verder te verminderen, met de nadruk op industriële sectoren.
De ambitie is om de industrie duurzaam te verankeren en nieuwe toekomstgerichte sectoren te ontwikkelen, dit alles als onderdeel van een geïntegreerd energiesysteem.
Doel is de biodiversiteit te behouden en te herstellen door duurzaam gebruik en herstel van bossen, wetlands, meanderende rivieren en graslanden. Bovendien dragen deze maatregelen bij tot:
Milieu is een gewestelijke bevoegdheid in België. In overeenstemming met de geografische en ruimtelijke verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië richt Vlaanderen zich meer op uitdagingen op het gebied van waterbeheer, terwijl Wallonië zich meer inspant voor de duurzaamheid van bosgebieden.
Vlaanderen heeft opmerkelijke vooruitgang geboekt in initiatieven rond hernieuwbare energie en circulaire economie. Met een focus op innovatie en technologie heeft de regio met succes aanzienlijke investeringen in duurzame projecten aangetrokken. De belangrijkste cijfers zijn een toename van 20% in hernieuwbare energiecapaciteit, met een totaal van 4 GW, en een vermindering van 15% in broeikasgasemissies sinds 2022. Vlaanderen heeft 1,5 miljard euro van de NGEU-fondsen toegewezen om initiatieven rond de circulaire economie te ondersteunen, wat heeft geleid tot de creatie van meer dan 10.000 groene banen.
Wallonië heeft prioriteit gegeven aan duurzame landbouw en energie-efficiëntie als cruciale pijlers van zijn groene transitie. De regio heeft 1 miljard euro geïnvesteerd in duurzame landbouwpraktijken, wat resulteerde in een vermindering van 30% van het gebruik van chemische pesticiden. Wallonië heeft ook 900 miljoen euro uitgetrokken om de energie-efficiëntie in gebouwen te verbeteren, wat heeft geleid tot een daling van het energieverbruik met 25%. Bovendien heeft de regio het gebruik van elektrische voertuigen aanzienlijk zien toenemen, met een stijging van 50% in oplaadinfrastructuur in de belangrijkste steden.
Brussel, de hoofdstad van België en een centrum van innovatie, stimuleert duurzame stedelijke ontwikkeling. Het gewest heeft 800 miljoen euro uitgetrokken om openbare ruimten om te vormen tot groene gebieden, wat heeft geresulteerd in de aanleg van 50 nieuwe stadsparken. Brussel heeft ook 600 miljoen euro geïnvesteerd in initiatieven voor duurzaam vervoer, waaronder de uitbreiding van fietsinfrastructuur en de ontwikkeling van elektrisch openbaar vervoer. Als gevolg daarvan heeft de regio de uitstoot van broeikasgassen door vervoer met 20% weten te verminderen.
FI Group heeft 20 jaar ervaring en wil u ondersteunen bij het begrijpen en benutten van de beschikbare O&O+I mogelijkheden. Onze experts staan tot uw beschikking om uw project te analyseren en samen met u de volgende stappen te zetten.